(Schets van de schuilkelders, het geeft een idee van hoe de structuur eruitziet. De verhoudingen kunnen wel lichtjes verschillen daar de structuur niet opgemeten is geweest. Op de schets ligt het toenmalige hospitaal links van de schets)
Elk van de twee structuren was gemaakt om zo een 250 man veiligheid te kunnen bieden bij een eventuele luchtaanval.
Het zijn constructies van baksteen en beton. Aan de straatzijde hebben ze een dubbele toegang, gericht op beide kanten van de heuvel en dus ook bereikbaar van de beide kanten van de Jozef Kluyskenstraat. Betonnen trappen brengen u tot half onder de grond zittende schuilstructuren. Men herkent de structuren door de heuvels in het gras daar ze langs de buitenkant beschermd zijn door ze te bedekken met grond. Een bakstenen tongewelf bedekt de gang vanuit dewelke men twee maal twee aan elkaar verbonden schuilkamers kan bereiken. Waar de kamers samenkomen zijn ze gescheiden van elkaar door een soort gemetste chicane. In de zijkanten van elk van de vier kamers zit een opening die telkens leidt naar één van de naar buitenstekende ventillatieschachten. Deze waren uiteindelijk niets meer dan naar bovenstekende betonnen buizen. Aan de zuidzijde van de gang zijn drie toegangen. Twee hiervan komen opnieuw uit in de voortuin van de schuilkelder, elk aan een andere kant van de schuilheuvel. De derde toegang gaf rechtstreeks toegang tot de hoofdgebouwen van de Bijloke. Dit was de directe toegang om vanuit het hospitaal de schuilkelder te kunnen bereiken.
De schuilbunkers zouden in theorie plaats moeten geboden hebben aan zowel verplegend personeel als patienten, zelfs bedlegerige. Als ik de structuur echter heden zie, zie ik niet in dat de structuur kon bereikt worden met een draagberrie, laat staan een bed.
Bronnen: Voor de geschiedkundige achtergrond en de omschrijvingen zoals de schuilkelders origineel moeten geweest zijn: Buskruit en Sauerkraut, Oorlogsbronnen in De Zwarte Doos (20e eeuw), Materiele oorlogsbronnen in Gent (G. Antheunis-M.C. Laleman) |